De werking van de commissie van beroep is vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 16 oktober 1991.
De commissie van beroep vergadert wanneer dit nodig is.
De zittingen van de commissie van beroep zijn besloten. Over individuele dossiers wordt niet met derden gecommuniceerd.
De commissie behandelt de beroepen die zijn aangetekend tegen een beslissing van de erkenningscommissie. De indiener van een beroep mag zich laten bijstaan. Hij mag zich ook laten vertegenwoordigen door een advocaat of door een persoon van zijn keuze. Die wordt vooraf door de voorzitter van de commissie van beroep aanvaard. Wanneer de voorzitter tijdens de zitting die persoon weigert te aanvaarden, wordt de zaak verdaagd naar een latere zitting. De commissie van beroep neemt een beslissing binnen de maand die volgt op de afsluiting van de besprekingen.
De beslissing van de commissie van beroep wordt binnen de veertien dagen per aangetekende brief naar de woonplaats van de aanvrager gestuurd. Als het beroep is afgewezen, moet de beslissing met redenen omkleed zijn. De kennisgeving moet de tekst vermelden van de bepalingen van de wet waarop de afwijzing berust.